"Operatie Gutt" : monetaire 'SimCity'
Een historisch precedent waar de staat massaal waarde ontnam van burgers

‘I will make them accept the plan,
because I will make them understand’
- Camille Gutt , 1944
Een van de belangrijkste geschiedenislessen inzake monetair beleid, komt uit het België van de jaren ‘40 van de vorige eeuw.
Operatie Gutt, (vernoemd naar Camille Gutt1) heeft nog generaties lang blijven nazinderen bij mensen die het van nabij meemaakten, maar werd daarna grotendeels vergeten. Scholen haden er geen aandacht voor in de geschiedenislessen, evenmin was er voor de economische educatie enige aandacht voor.
Cash geld en controle over uw bezit, en het afwenden van een volledige vermogens-indexatie vanuit de staat, zijn controversiële onderwerpen geworden in bepaalde kringen. De rol van de staat als opperste macht hebber over geld, staat daarom nooit ter discussie.
Het Bitcoin-tijdperk, dat het scheiden van staat en geld inluidde, bracht andere visies hieromtrent.
En gelukkig maar.
Tijd dus, om hier in te duiken, en lessen te leren uit dit fascinerend stuk economische en monetaire geschiedenis.
Hieronder vertellen we het verhaal van Operatie Gutt.

Gutt, als minister van financiën had het inzicht waarbij reeds in de jaren 1920 en in 1934 gewag werd gemaakt over manieren om een hoge inflatie of zelfs hyper-inflatie te voorkomen.
Toen was de focus vooral op het devalueren van de Belgische Frank (onze munt toen) te voorkomen. De marketing kant van de zaak, had men toen nog niet zo onder de knie. In tegenstelling tot 2020-2024 waar men zulke operaties goed zou beginnen “nudgen” in de kranten, door bij voorbeeld te beweren dat de oude briefjes niet mooi zijn, of enkel door criminelen worden gebruikt. Waarna het volk beter zou volgen met de nieuwe plannen. Maar dit terzijde. In de jaren 1920-45 zat de propaganda meer top-down in het beleid zelf.
De voorstellen van Camille Gutt, zouden na enkele decennia en de Tweede Wereldoorlog, weer bovengehaald worden.
Dit keer niet alleen om de devaluatie tegen te gaan, maar om de hele economie te redden en een geplande wederopbouw van België na de oorlog op gang te brengen.
Europa was grotendeels een ruïne, miljoenen mensen waren op de dool, en zo’n 45 miljoen mensen lieten het leven in WOII.
De economie had zwaar geleden, maar niet iedereen werd armer van de oorlog in België. Een hele resem mensen hadden abnormaal hoge winsten gemaakt aan smokkelen, helpen met mensen te laten onderduiken, diefstal, of gewoon gebruik te maken van de schaarste van sommige producten.
Post-War
Kort na de Tweede Wereldoorlog zou Camille Gutt door al deze maatregelen ook aan de wieg komen te staan van wat later het IMF zou worden. Dit gebeurde tijdens de Bretton Woods conferentie in 1944 2.
Dankzij een voor die tijd slim georganiseerde, maar tegelijk zeer gedurfde aanpak kwam Gutt onder de aandacht van de internationale gemeenschap. Al hadden z’n voorstellen in realiteit een erg nefaste economische en emotionele impact achteraf, naast het kortstondig bereiken van de doelen aan een enorme kost.
Z’n operatie liet wel toe om op langere termijn België terug uit het slop te halen, met vertraging, en de macht van de staat definitief te vestigen inzake fiat-geld beheer.
Dit laatste is ook een van de grondredenen dat in België er bijna een blinde aanbidding is van de banken bij het publiek waarschijnlijk, aangezien men al generaties de banksector ziet als de uitvoerder en verlening van een politieke beleid. In een land dat gebouwd is van en door de banken, kan dat ook niet verbazen.
Men ging met andere woorden vanuit de centrale planners, mensen aan waarde laten inboeten, volgens de regels van de Belgische staat. Met de banken als uitvoerders van de administratieve kant.
De parallellen met de huidige situatie, wordt meteen duidelijk voor wie de Digitale Euro een beetje volgt. (Hierover meer in de conclusie)
“… and it’t gone”
Even dieper in gaan op de uitvoering zelf.
Operatie Gutt was een voor het grote publiek geheimgehouden monetaire ingreep.
Het werd reeds tijdens de oorlogsjaren (40-44) gepland, door de Belgische regering in ballingschap, die samen met vertegenwoordigers van vakbonden en industrie zich voorbereidden op een eventueel einde van de oorlog en de wederopbouw maar ook plannen maakte voor de sociale structuur van ons land.
Het hoofddoel was de devaluatie van de munt (Belgische Frank) tegen te gaan en hyper-inflatie te voorkomen.
Men speelde dus ‘SimCity’ op monetair gebied, met de centrale bank en het ministerie van financiën, plus de bankensector samen in één operatie om alle burgers 1/3de van hun waarde te ontnemen.
Een hinderpaal om dit gedaan te krijgen, was het financieren en het gezond (werkbaar) houden van de economie tijdens deze monetaire omzetting.
Tegelijk waren er problemen opgedoken met segmenten van de Belgische burgers en zaken die zich tijdens de bezetting hadden verrijkt op een onheuse manier.

Die planning lag in lijn met wat ook beslist werd op verschillende conferenties tijdens en kort na de oorlog, waar de geallieerden een nieuwe monetaire wereldorde wilden opzetten. Iets waar Groot-Brittannië zich toen als een hoofdrolspeler in zag overigens.
Tijdens verschillende conferenties en vergaderingen werden deze plannen vooral vormgegeven als een zeer gewaagde monetaire operatie: men zou rekeningen bevriezen en tegelijk het papiergeld vervangen na een waardevermindering van om en bij de 33%.
Er werd dus (verkeerdelijk) van uit gegaan dat België snel kon heropgebouwd worden, na een monetaire hervorming.
De timing was echter een belangrijke factor hier.
Want de organisatoren en minister Gutt zelf, gingen er van uit dat de oorlog redelijk spoedig zou stoppen (correct), maar dat het einde van de oorlog ook zou samenvallen met het bevrijden van België.
Dit laatste bleek niet correct te zijn ingeschat. De gevechten gingen nog door, de impact op transport van goederen bleef langer duren.
Uiteindelijk zou de oorlog pas stoppen, enkele maanden nadat België was bevrijdt.
Een maand na de bevrijding begon de operatie officieel, wat voor de bevolking een verrassing was, aangezien de operatie voor het grote publiek en de pers geheim kon gehouden worden tot het laatste moment. Er waren wel lekken, maar deze waren voor het grote publiek niet toegankelijk.
Op 6 oktober 1944 begon de eerste operatie en aankondigingen, rekeningen van burgers en zaken, werden vanaf dan bevroren en de papieren cash vanaf 100 Belgische frank moesten omgeruild worden voor een bepaalde datum via een aangifte bij lokale kantoren van de banken en de post.
Camille Gutt had het idee om met het verwisselen van het geld naar een nieuwe vorm, de totale voorraad te verlagen, en tegelijk de inflatie tegen te gaan. De staat moest hier vooral genoeg inkomsten uit halen (zo’n 30% van het kapitaal dat in omloop was) door middelen uit de economie te onttrekken of tegen belasing te “activeren”.
Hij zou de gangbare betaalmiddelen (bankbriefjes vooral) totaal invalide maken, meteen werd al het bestaande cash geld binnen een vooraf opgestelde termijn niet-omruilbaar gemaakt via een wet.
Tegelijk kon je deze waarde toch nog (binnen te opgestelde termijn) laten registreren (KYC) en omruilen naar “nieuwe Belgische franken” maar dat tegen een 1/3de waardevermindering!
Voor elke 300 Belgische Frank die u binnenbracht, kreeg de burger er 200 “nieuwe” Belgische Frank voor in ruil.
Briefjes van 100 frank of meer werden dus niet meer wettelijk erkend en moesten vervangen worden door “Gutt-geld” (het equivalent, maar dan in nieuw gedrukte bankbiljetten).
Bezit op rekeningen van 2000 frank of meer, werd bevroren op de rekening. Zodat ook daar een zelfde soort “omruiling” kon gebeuren: 3000 frank op rekening 1A werd 2000 Nieuwe Belgische frank op rekening 1B.
Wie bij voorbeeld zwart geld had, kon dit perfect omruilen, mist een 33% inlevering).
Daarnaast moet er ook vermeld worden dat de communistische partij en de verschillende verzetsorganisaties erg gebrand waren om gerechtelijke dossiers op te starten tegen voormalige collaborateurs, die vaak financieel beter waren geworden tijdens de bezetting van België. Dat had samen een puur economische impact (los van het morele en juridische aspect, weet je nooit welk soort regimes er aan de macht komen en wie men zal bestraffen uiteraard, uit de filosofische discussie blijven we in dit stuk uit).
Deze oplossing die tegelijkertijd de “veelverdieners” zou bestraffen en de staatskas (die leeg was) zou spekken, werd verder gezet door rekeningen bij mondjesmaat in kleinere stukken vrij te geven. Het geld op zulke rekeningen werd overgezet naar nieuwe rekeningen die in de nieuwe Belgische munt waren opgezet.
Het enige probleem was dat we toen uiteraard in een maatschappij leefde die grotendeels uit contant geld bestond.
Je kan dus niet iedereen’s boekhouding nakijken, hun portefeuille en kluis openen om daar dan het cash geld te gaan uithalen.
Er waren nog wel uitzonderingen echter, burgers die in het buitenland verbleven bij voorbeeld, werden niet onderworpen aan deze regels (hun bankrekening werd niet bevroren).
Dit veroorzaakte veel ongenoegen, vooral omdat er sinds Mei 1940, ook een regel van kracht was, waar de bewijslast van wat de fiscus eiste (of de inschatting van uw bezit) volledig bij de burger lag.
Wie dus werd “ingeschat” om een bepaald bedrag te bezitten, werd daar op afgerekend en belast. Het tegendeel proberen te bewijzen, lag volledig bij uzelf.
Vele kleine winkeliers, die overigens in die tijd niet verplicht waren om een volledige boekhouding bij te houden over bepaalde inkomsten, konden uiteraard niet met terugwerkende kracht bewijzen dat ze minder in bezit hadden dan hetgeen werd ingeschat door de staat.
Zo werden velen van hen “onheus behandeld“ (om het zacht uit te drukken) door de staat. Ze werden op slag grote bedragen verschuldigd, armer gemaakt van de ene week op de andere. Sommigen vrij terecht (omdat ze inderdaad louche zaken hadden gedaan met woekerwinsten, anderen werden totaal onterecht over de zelfde kam gescheerd).
Sommige burgers verloren op deze manier ook een deel van hun bezig overigens, omdat hun bankrekening bevroren werd van de ene dag op de andere. Je kon er niet meer aan, op een kleine som na, die men kon afhalen om de dagelijks uitgaven te bekostigen.
Een volledige taxatie van alle bezit in een vermogenskadestar werd ook voorgesteld en aangereikt als oplossing onder Operatie Gutt. Dit werd echter tegengehouden onder politieke druk (onder andere industriëlen en private bankiers die dit een brug te ver vonden).
De communistische en socialistische partijen in die tijd (niet te vergelijken met de mensen die in de huidige politiek actief zijn onder die noemer trouwens) bleven hier voor ijveren, maar bogen uiteindelijk voor deals die de sociale zekerheid verder zouden uitbouwen3 .
Operatie Gutt op zich, was al gewaagd genoeg, ook de Amerikaanse diplomaten aan wie Gutt dit uitlegde, waarschuwden voor het falen van deze operatie. Zeker voor een land in wederopbouw.
Al bleef hij zelf volhouden deze maatregelen voldoende te kunnen duiden en verkocht te krijgen aan de bevolking en economische spelers. Iet dat hij ten dele ook waarmaakte.
Profitariaat
Laat het nu net het morele superieure doel zijn dat Gutt wilde bereiken, dat hier paradoxaal genoeg de foute mensen (pun intended) voordelen begon te geven.
Een maatregelen die bedacht was van achter een bureau in Londen, en die het België van na de oorlog eerder als een theoretisch begrip benaderde moest vooral gelijkheid geven, vertrouwen inboezemen in de economie en kortstondig de inflatie van de voedselprijzen tegengaan,… maar het zou tegelijkertijd ook één klap de oorlogs-profiteurs bestraffen (en er waren er veel).
In realiteit, waren het net diezelfde profiteurs die “in-the-know” waren vaak via banken, politici of op andere manieren lucht hadden gekregen van de op til zijnde maatregelen.
Deze mensen konden hun zwart geld echter tijdig omruilen naar kleinere briefjes van 20 Belgische Frank bij de bank (voor oktober 1944), net voor de maatregelen van kracht werden.
Deze kleinere briefjes moesten per uitzondering niet omgeruild worden, en zo ontsprongen de vaak erg louche types toch de dans, mede dankzij hun connecties.
Om de schaal van deze operatie beter te illustreren:
Ons land gebruikte vooral cash geld en telde meer dan 1800 bankfilialen, die allemaal extra personeel nodig hadden om al dat binnengebrachte geld manueel te tellen, te registreren en om te ruilen!
We spreken hier over een 1,1 tot 1,3 miljoen actieve burgers met cash geld, wiens geld allemaal moest omgeruild worden naar 2/3 de van wat het voorheen was tussen oude en nieuwe Belgische Franken . Dit alles, gebeurde na berekening en registratie.
Komt daar nog bij dat het nieuwe geld, ook moest gedrukt worden en vanuit het Verenigd Koninkrijk per boot overgebracht worden naar België.
Het bracht ook wat praktische problemen met zich mee, aangezien er tijdens en kort na de oorlog nauwelijks nog Britse of Belgische grotere zeevaardige schepen voorhanden waren die op een veilige manier al het nieuwe Belgische geprinte geld konden overbrengen.
Fall out
De kortstondige doelen van operatie Gutt werden niet bereikt . De prijzen bleven stijgen, ondanks de kortstondige inkrimping van de geldvoorraad.
Een deel door onvoorziene pech, en een deel door overschatting van de maatregelen en hun uitvoerbaarheid.
De emotionele impact en weerbots was echter enorm:
het vertrouwen in de Belgische frank bij de bevolking, werd niet versterkt, in tegendeel.
Ook het daaraan gekoppelde vertrouwen in de beslissende macht verdween bij een groot deel mensen, zeker inzake monetair beleid.
Dit alles resulteerde in luid protest (ook vanuit de industrie) en eindigde in de val van de regering in 1945.
Net toen, begon jammer genoeg voor de initiatiefnemers, de inflatie wel degelijk te dalen en bereikte het monetaire beleid z’n doel min of meer. Maar via een omweg.
Aangezien de oorlog nu ook echt tot een einde was gekomen.
De bevrijding liep van 2 September 1944 tot begin februari 1945, terwijl het eigenlijke einde van de Tweede Wereldoorlog en de actieve blokkades, gevechten en moeilijke doorgang van goederen pas in Mei 1945 begon. (oa. de steenkool mijnen draaiden aan een lagere capaciteit in België hierdoor, waar dus na de bevrijding ook het gebruik van gas en elektriciteit beperkt werd).
De doorvoer van goederen kwam terug op gang.
Maar er werden echter opnieuw schulden gemaakt door de Belgische overheid. Men ging ook de nieuwe Belgische Franken bij printen, om te injecteren in de economie, waardoor de schulden verder stegen. De schaarste aan goederen hield echter op, doordat transport terug op gang kwam.
Op langere termijn, speelde het onze economie echter nog wel parten in de jaren 1950, waar de achterstand van België op structureel niveau nog een tijd voelbaar was.
Grotere hervormingen moesten plaatsvinden om een dynamische groei van de industrie beter te koppelen aan het monetair beleid dat werd opgevolgd, en niet “te vrij” werd gelaten. Da’s een erfenis die we sindsdien ook meedragen in België. Ook de macht van de banken werd toen psychologisch in steen gebeiteld bij vele mensen. Iets dat bewust of onbewust, werd doorgegeven over de generaties heen.
Een bank is nog steeds voor vele oudere Belgen een soort van officiële instantie, een “overheid”, een machthebber…
Dat de geldvoorraad weer snel steeg tegen begin 1945, is vooral te danken aan de onderschatte weg die af te leggen was om België er terug bovenop te helpen.
De economische voorspoed die Operatie Gutt, zou hebben moeten helpen inleiden, kwam er niet meteen.
In tegendeel, de staat gaf bakken geld uit (ook van het nieuwe geld) om geallieerden te betalen die nog in het land aanwezig waren, oorlogsreparaties uit te voeren, schadeloosstellingen te betalen en vooral nieuwe maatregelen te financieren voor het welzijn van de noodlijdende bevolking.
De begroting ontspoorde al gauw hierdoor en prijzen bleven initieel stijgen, ondanks het inkrimpen van de totale geldvoorraad in 1944.
De schulden bleven dus stijgen, terwijl de economie nog niet op gang kwam. Een hele resem mensen (ruim 1,1 miljoen) hadden een waardevermindering gezien in hun rekeningen en papiergeld. Tegelijk bleef de inflatie stijgen tekorten en rantsoenering duren.

Het scherpe tekort steeg ook nog verder. De regering bekostigde deels de sociale zekerheid die verder werd uitgebouwd (na een verbond tussen vakbonden en regering in ballingschap) en ze verhoogde subsidies aan de landbouw- en steenkoolindustrie.
Een maatregel die niet meteen effect had, maar wel broodnodig bleek om België terug op gang te brengen.
De belastingopbrengsten waren tegelijk nog zeer beperkt door de sputterende economie, waardoor de openbare schuld na september 1944 bleef stijgen in plaats van, zoals gepland, te dalen.
Tegen December 1944 begon de geldvoorraad opnieuw toe te nemen, door het opnieuw bij printen van cash geld.
Operatie Gutt had dus vooral de staat terug in positie gebracht als regelneef, met een stevige greep op het monetaire en de subsidies om het beleid te ondersteunen.
De private banken gingen ook al snel in de tegenaanval op aanraden van Maurice Frère van de Nationale Bank Van België (de centrale bank). Deze gingen zelfs leningen aan de industrie bemoeilijken. Dit gebeurde via technische ingrepen die er op neer kwamen om bevroren bankrekeningen te gijzelen of gedeeltelijk vrij te geven om voorschotten te betalen, bij het aangaan van nieuwe leningen.
De bankrekeningen werden hier dus voor het eerst na de oorlog als wapen gebruikt.
Een fenomeen dat we trouwens terug zien opduiken in de bankwereld van 2023-24; waar gewone burgers zonder tussenkomst van een rechter, hun rekeningen bevroren zien.
Conclusie:
Gutt had een klassiek liberaal idee, waarbij hij dacht de geldvoorraad te kunnen gebruiken als middel voor de wederopbouw te financieren, in een periode waarbij de devaluatie van de munt zich niet zou doorzetten.
De markt zou zichzelf herstellen, afhankelijk van de omstandigheden. Deze omstandigheden werden verkeerd ingeschat echter, met alle gevolgen van dien. De poging op zich gezien zat theoretisch goed in elkaar.
Vooral dit laatste werd geapprecieerd door z’n collega ministers in Europa.
Hierdoor stond hij eigenlijk dus aan het begin van een meer modern monetair beleid, waar inflatie en geld voorraad meer werd opgevolgd door centrale banken, en als middel werd gebruikt om rechtstreeks de koopkracht en economische vooruitgang te regelen.
Camille Gutt werd op die manier ook de eerste voorzitter van het IMF (International Monetary Fund)
Wanneer we kijken naar mogelijke digitale versie van deze operatie, weliswaar in een modern jasje. Kunnen we enkel concluderen dat in onze huidige monetaire opzet, het nog makkelijker en vooral minder risicovol zou worden om een gelijkaardige georchestreerde waardevermindering in fiatgeld door te voeren (en uit te breiden naar een vermogenskadaster eventueel).
Vermits al onze transacties, “rekeningen” (bijkomende vraag is: is een rekening op een bank, nog wel een goede benaming voor een account nummer en een cijfer in een cloud databank waar je via een app op een smartphone naar kan kijken?)
Een moderne “Operatie Gutt v2.0”, zou makkelijker en meer doortastend kunnen worden uitgevoerd via een Centrale Bank Digital Currency (CBDC) oftewel onze “EuroCoin” die dan de rol van de Nieuwe Belgische Frank op zich zou nemen in dit verhaal.
Met de spreekwoordelijke druk op een knop, zou men dan centraal gestuurd de opgeslagen waarde in EuroCoin met bij voorbeeld 1/3de kunnen doen verminderen. Men heeft er geen printers, schepen of extra bank-personeel voor nodig nu.
Nog een verschil is, dat mensen die puur in de Euro fiat wereld leven, net nog ‘snel’ even kunnen ontsnappen aan zulke maatregelen, of kunnen kiezen om de dans te ontspringen in een andere Europees land.
Men zal gevangen zitten, en men zal met een glimlach op het gezicht aanvaarden dat men 33% armer wordt gemaakt. Want geld is in deze waardeloos geworden, en vooral afhankelijk van de marketing-verhaaltjes die men er rondom kan spinnen, om het nep-vertrouwen te blijven op niveau houden bij de meerderheid van de bevolking.
Als Operatie Gutt ons één ding leerde, is het dat ons fiat-hamsterwiel effectief elke 60 tot 80 jaar moet van vorm veranderen, om te blijven rondraaien.
De hamsters in dat wiel, hadden echter nog nooit een ontsnappingsroute, tot 2009.
Die ontsnappingsroute gaat voor het eerst in de geschiedenis een middel geven om over generaties heen waarde echt zelf te bezitten.
Het geeft een middel dat niet vatbaar is voor confiscatie, niet geforceerd omruilbaar is, niet bijprintbaar is en bovendien een decentraal waarde netwerk op de wereld loslaat op een niet fysieke manier.
Waar de individuen zelf waarde kunnen behouden (iets waar communisten van huiveren).
Bitcoin, want daar gaat het over, kan desnoods jouw waarde over eender welke Operatie Gutt 2.0 tillen in de tijd.
Dit, terwil mensen in de fiatwereld verder weg zinken in hun eigen kluwen van financiële censuur, data-mining, plan-economie, gedwongen omruiling, overdreven taxatie (iemand moet alles blijven betalen uiteraard) en… de verregaande corruptie.
Bitcoin is ons decentraal IMF, we sturen het oude IMF op pensioen.
deadeyes
Wil je onze redactie steunen?
opentip.io/avb of allesvoorbitcoin.be/donate
andere bronnen:
https://muse.jhu.edu/pub/258/oa_monograph/chapter/861769
https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/persoonlijkheden/gutt-camille.html
https://www.academieroyale.be/Academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2108.pdf
Footnotes: